Boek - Conserverende Tandheelkunde 

Hoofdstuk 7 - Kronen

Hoofdstuk 10 - Brugwerk

 

Begrippenlijst "Kronen"

Allergie:

Overgevoeligheid.

Bevel:

Afschuiving van de cervicale rand van de preparatie.

Chamfer:

Cervicale preparatierand die in een boogvorm uitloopt.

Conisch:

Schuin (taps) toelopend.

Metaallegering:

Mengsel van 2 of meer metalen.

MP-kroon:

Metaal/porseleinkroon. De onderlaag van de kroon is van metaal,   daar overheen wordt porselein gebakken.

Outline:

De (cervicale) rand van een kroonpreparatie.

Rebasen:

Het aan de binnenzijde opvullen met kunsthars, bijvoorbeeld van    een noodkroon of een prothese.

Vita kleuren:

Duits kleurensysteem dat veel gebruikt wordt om de kleur van een gebitselement te bepalen.

Voorafdruk:

 

 

 

 

Afdruk (bijvoorbeeld met putty) die gemaakt wordt voordat met het prepareren wordt gestart.

 

 

 

Begrippenlijst "Brugwerk"

Articulator:

Apparaat waarmee de kauwbewegingen buiten de mond nagebootst wordt.

Dummy:

Het brugdeel dat een aanwezig gebitselement vervangt.

Etsbrug:

Brug die met dunne metalen vleugeltjes aan de pijlerelementen zit "vastgeplakt".

Pontic:

Ander woord voor dummy.

Pijlerelementen:

De gebitselementen waarop een brug steunt.

Virtuele articulator:

Denkbeeldige articulator op een computer. Op de computer kunnen dan alle kauwbewegingen worden nagebootst.